Digitaliseren is een containerbegrip. Waar hebben we het nu eigenlijk over, wat willen we ermee bereiken en waarom? Geen eenvoudige vragen, blijkt uit een gesprek met Hans-Erik van Helsdingen, Guy Schulpen en Michel van Schaik. De zorgsector kan veel leren van andere sectoren, maar die verbinding met ‘buiten’ gaat niet vanzelf.

Wat houdt digitalisering in? “Dat vraag ik me ook wel eens af”, trapt InEen-lid Van Helsdingen (Directeur Bedrijfsvoering Unicum) af. “Ik zie het als de tools die de zorgverlener nodig heeft om zijn werk goed te kunnen doen, en de tools die de patiënt nodig heeft om met gezondheid of ziekte aan de slag te gaan. Van een simpele internetverbinding tot smart apps.” En, vult Schulpen (Medisch Directeur ZIO en InEen-lid) aan: gegevens en kennis over de patiënt inzetten om op het juiste moment de juiste zorg op de juiste plek te leveren. “Dat heeft corona ons wel geleerd. Doordat de zorgvraag terugliep, hebben we patiënten gemist die we hadden willen zien. Maar ook mensen níet gemist van wie huisartsen zeggen: als ik die anders kan bedienen, zou dat de werkdruk verminderen.”

Vertrekpunten

Het verlichten van de werkdruk is een van de vertrekpunten voor digitalisering. Daar is iedereen het over eens. Andere redenen zijn het arbeidsmarktprobleem, de stijgende zorgvraag en te weinig geld. “Als we niets veranderen, redden we het niet.” Maar zitten patiënt en huisarts wel te wachten op digitalisering?

“Als we niets veranderen, redden we het niet.”

Over wat de patiënt wil, lopen de meningen uiteen. Volgens Van Helsdingen weet de patiënt niet altijd wat hij wil en weten huisartsen dat ook niet. Schulpen denkt dat de eerstelijnssector vooral veel doet vanuit veronderstellingen van wat de klant wil. Michel van Schaik (Directeur Gezondheidszorg Rabobank) meent dat mensen meer kunnen dan je denkt. “Ze zijn vaak al gewend aan digitale platforms, denk aan de reissector. Een gouden maatstaf is wel dat je vanuit de patiëntvraag digitaliseert en niet alleen vanuit je aanbod.”

Leren van de banken

De zorg kan veel leren van de bancaire sector, aldus Van Schaik. Een belangrijke les die hij graag deelt: werk samen! “Niet iedereen weet dit, maar alle betaalmiddelen worden afgestemd binnen de Nederlandse Betaalvereniging. We delen infrastructuur en data en concurreren op product en dienst.”

Kan dat ook in de zorg? Van Helsdingen ziet de soms tegenstrijdige belangen. Het opgeven van een stukje eigen vrijheid is vaak lastig. Een verleidings- en faciliteringsstrategie kan helpen. “Wij hebben bijvoorbeeld alle huisartsen om niet een applicatie gegeven die leidde tot een meerwaarde in de praktijk.” De verschillende belangen vragen om een duidelijke bestuurlijke koers, vult Schulpen aan. “Je kunt dit niet laten bepalen door individuele zorgverleners. Dan maak je geen tempo.”

Rol als poortwachter

Uiteindelijk gaat het er volgens Schulpen om welke houding de eerstelijnszorg wil innemen. “Wij zijn de poortwachters van de zorg, de meeste patiëntgegevens liggen bij ons. Wij zouden toonaangevend moeten zijn, maar vanuit een Calimero-effect reageren we vaak afwachtend.” Leren van andere sectoren is zeker nodig, erkent hij, alleen al vanwege te weinig kennis bij veel bestuurders. “Beter slim gejat dan slecht verzonnen.”

Alleen leren of ook samenwerken met andere sectoren? Van Schaik ziet grote kansen in publiek-private samenwerking met partijen die wel toegang hebben tot kennis, vaardigheden en kapitaal. “Zoek constructen die schaalbaar en impactvol zijn; ook vanuit een maatschappelijke doelstelling is dat goed mogelijk.” Schulpen erkent de urgentie, zeker als het gaat om investeringskracht, maar is voorzichtiger. “Als je te veel buiten de eigen organisatie belegt, is het de vraag of je eigen doelen nog overeind blijven.”

Screenshot online event dag 1
Screenshot online event dag 1
Erik Gerritsen en Guy Schulpen
Screenshot online event dag 1
Maaike de Vries, Guy Schulpen en Michel van Schaik