De chronische zorgprogramma’s in Nederland zijn succesvol. Waar 10 jaar geleden nog maar 30% van de mensen met diabetes type 2 zorg volgens de richtlijnen en standaarden kreeg, geldt dat nu voor bijna alle patiënten. Ook de programma’s voor COPD, Astma en Vasculair Risico Management bij patiënten met een hartvaatziekte (HVZ) of een verhoogd risico op hartvaatziekten (VVR) laten goede resultaten zien. Dat blijkt uit de tiende editie van de benchmark Transparante Ketenzorg van InEen. Zowel de patiënten zelf als de samenleving plukken de vruchten van dit succes. Maar het optimum komt wel in zicht. Daarom zet InEen met de integratie van zorgprogramma’s de volgende stap in het verbeteren van zorg voor chronische patiënten.
De dekkingsgraad van de benchmark Transparante Ketenzorg is groter dan ooit: de deelnemende zorggroepen bedienen 88% van de inwoners van Nederland. Naast het inzicht dat de zorggroepen door het delen van hun cijfers geven aan alle partijen die betrokken zijn bij de chronische zorg, gebruiken zij deze zelf voor kwaliteitsverbetering. Spiegelinformatie is een belangrijke bouwsteen van het Kwaliteitsbeleid op Maat dat InEen met haar leden ontwikkelde.
Integratie van zorgprogramma’s
Steeds meer mensen lijden aan meerdere chronische aandoeningen. De prognoses spreken over één op de drie Nederlanders in 2040. Het afgelopen jaar heeft InEen met de leden en stakeholders onderzocht hoe deze groep mensen, voortbouwend op het succes van de zorgprogramma’s, de juiste, persoonsgerichte zorg kan krijgen. De integratie van zorgprogramma’s is hierin een zinvolle stap. Dit biedt ruimte voor de verdere ontwikkeling van persoonsgerichte zorg en de toenemende wens van patiënten om zelf regie te nemen over hun gezondheid. Veel InEen-leden zetten stappen in deze richting en InEen ondersteunt hen daarbij.
Steeds meer niet-rokers
Nieuw in de tiende editie van de benchmark Transparante Ketenzorg zijn indicatoren die over de programma’s heen kijken. Deze geven bijvoorbeeld inzicht in de verdeling van de programmatische zorg tussen eerste en tweede lijn. Bij diabetes is het aandeel eerstelijnspatiënten 89%, 10% van de patiënten wordt in de tweede lijn behandeld. Bij HVZ en COPD heeft 65-70% de huisarts als hoofdbehandelaar en 20-25% de medisch specialist. Interessant is ook het overzicht van niet-rokers in de chronische zorgprogramma’s. Roken is een belangrijke risicofactor bij de onderzochte chronische aandoeningen. Het is daarom goed om te constateren dat het aantal niet-rokers in de zorgprogramma’s toeneemt. Bij astma en VVR is dit percentage nu bijna 90%.
Download de benchmark Transparante Ketenzorg en bekijk alle uitkomsten
Vragen? Mail naar benchmarkketenzorg@ineen.nl