“Echte spoedzorg moet je centraal organiseren”

Hij was negen jaar bestuurder bij Huisartsenspoedpost Oost-Brabant en op verschillende fronten actief betrokken bij InEen en andere organisaties. Op 1 januari 2023 gaat Harrie Geboers met pensioen, maar niet helemaal. Daarom een terugblik én zijn visie op de toekomst. “Echte spoedzorg moet je centraal coördineren, ook overdag.”

Voor een terugblik op de loopbaan van Harrie Geboers kun je met gemak een paar uur uittrekken. Na vijftien jaar huisarts te zijn geweest verlegde hij de focus naar leidinggevende en bestuurlijke functies in de zorg, ook landelijk. Vraag je hem waar hij het meest trots op is, dan zegt hij zonder aarzeling: “Dat we binnen HAP Oost-Brabant in staat zijn geweest om de huisartsenspoedpost weer naar de huisarts toe te bewegen. Toen ik er kwam, was dat gevoel helemaal weg. De huisarts was welkom voor een dienst, kon daar zijn ‘kunstje doen’, en daar bleef het bij.”

In 2013 ging HAP Oost-Brabant aan de slag met het project ‘Vitale huisartsenspoedpost’. De huisarts werd meer betrokken bij besluitvorming, er kwam duaal management en het stafbureau werd omgezet naar een servicegericht bedrijfsbureau. “Dat leek goed te werken, totdat we in 2016 merkten dat de huisartsen ontevreden bleven over zeggenschap en eigenaarschap. We zijn toen een tweede transitietraject gestart, waarbij onder andere de complete regie van elke post overging naar de regionale huisartsen, in de vorm van regioraden. Dat heeft voor een grote verandering gezorgd. Huisartsen zijn nu enorm betrokken en als HAP kunnen we nog steeds bovenregionaal zorgen voor goede facilitering.”

Kwaliteitsbeleid en digitalisering

In de avond-, nacht- en weekendzorg (ANW) komen twee thema’s samen waar Geboers zich jarenlang voor heeft ingezet: kwaliteitsbeleid en digitalisering/gegevensuitwisseling. “Kwaliteit en veiligheid in de zorg hebben altijd mijn bijzondere interesse gehad, ik ben er op gepromoveerd. Door de jaren heen heb ik meegewerkt aan het kwaliteitsbeleid van zowel zorggroepen als huisartsendienstenstructuren (HDS). In zo’n traject ben ik onderdeel van een collectief, dat is geen persoonlijke verdienste. Hetzelfde geldt voor mijn betrokkenheid bij de meeste projecten rondom digitale informatie en innovatie.” 

Zijn kennis en ervaring blijft hij inzetten voor de eerstelijnszorg. Bij InEen als onafhankelijk voorzitter van de beleidsadviescommissie Digitalisering & Informatiebeleid. En namens InEen, NHG en LHV als lid van de landelijke stuurgroep Medicatieoverdracht (MP9). “Jaarlijks zijn er tussen de 1000 en 1200 medicatiedoden. De nieuwe informatiestandaard MP9 moet dat aantal fors terugdringen en fouten voorkomen.”

“Maatschappij moet meer klachten zelf opvangen”

Andere inzet van zorg

De toekomst van de spoedzorg gaat hem aan het hart. Over de impact van het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Actieplan werkdruk in de ANW, zegt hij: “Het is voor mij nog onduidelijk of dit kansen en oplossingen biedt voor de huisartsen en de ANW-zorg. Meer mensen in de zorg laten werken, is een illusie. We moeten leren om de alsmaar toenemende zorgvraag te dempen en de echte spoed op te vangen met de huidige capaciteit. Inzetten op het aantrekkelijker maken van het werk is dus onvoldoende en financiële prikkels hebben maar een kortdurend effect.”

Geboers pleit voor een andere inzet van de zorg zelf, op alle fronten. “Passende zorg heet dat in het IZA. Veel klachten en vragen waarmee huisartsen en HDS’en nu overbelast worden, zijn geen spoedzorg. De opvang moet in de maatschappij zelf gebeuren, niet in de zorg.”

Hij erkent dat dit een lastig en langdurig proces is. Overgangsmaatregelen zijn daarom nodig, waarbij hij vooral denkt aan andere manieren van triageren en verdere digitalisering. “Bijvoorbeeld chatbots en ontwikkelingen zoals www.moetiknaardedokter.nl en spreekuur.nl.”

Zorgcoördinatiecentra

Elke Nederlander heeft recht op dezelfde kwaliteit spoedzorg, waar en wanneer die ook nodig is, vindt Geboers. Daarom pleit hij ervoor dat echte spoedzorg altijd centraal georganiseerd wordt via zorgcoördinatiecentra, ook overdag. “Ik vind het opvallend dat veel huisartsen denken dat zij bij spoedzorg de aangewezen zorgverlener zijn. In de reguliere zorg is bekendheid met de patiënt zeker van belang, maar bij gezwinde spoed is dat niet per se nodig. Ik ben voorstander van spoedzorg 24/7 regelen, met kwaliteitsvoorschriften. Natuurlijk gebeurt dat samen met huisartsen, maar niet per se in hun praktijk. In de scenario’s over zorgcoördinatie zie ik hier weinig van terug. Hopelijk gaat dit de komende jaren veranderen.”

Bekijk ook

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang updates en nieuws over de eerstelijnszorg.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.