De samenwerking tussen zorg- en hulpverleners rondom kwetsbare ouderen, zwangere vrouwen en pasgeborenen in de wijk wordt belemmerd door gebrekkige gegevensuitwisseling. Daarom trekken de EerstelijnsPartners – negen landelijke organisaties in de eerstelijnszorg – aan de bel. Op 28 november jl. gingen zij in Café Dudok in Den Haag in gesprek met vertegenwoordigers van onder meer patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars, (semi-)overheid en politiek over de problemen die zorgverleners ervaren en oplossingsrichtingen.

Janneke Verhees, voormalig wijkverpleegkundige en nu POH Ouderen in Eindhoven, en Myrna Knol, verloskundige uit Zwolle, maakten heel concreet wat misgaat als gegevens ontbreken. In Eindhoven werkt een groot aantal partijen samen om ‘precies de juiste zorg’ te leveren aan kwetsbare ouderen thuis. Een hele uitdaging als zorg- en hulpverleners niet van elkaar weten wat zij doen.

Missers

Vaak kost het gebrek aan digitale communicatie en gegevensuitwisseling onnodig veel tijd. Bijvoorbeeld als de wijkverpleegkundige fysiotherapie in gang zet voor een cliënt, terwijl de huisarts dat twee weken eerder al heeft gedaan (en de licht dementerende cliënt dit zelf niet meer weet). Maar geregeld gaan er ook dingen (bijna) mis. Zo kon Janneke net voorkomen dat de mooie bloedsuikerwaarde van 6,3 die zij bij een oudere cliënt thuis opnam en telefonisch doorgaf aan de doktersassistente, genoteerd werd als 3,6 (waarbij alle alarmbellen gaan rinkelen). En staat die keer dat een zieke, oudere dame tegen haar wil werd gereanimeerd en naar het ziekenhuis werd gebracht, haar nog scherp voor de geest. De behandelwensen die in overleg met huisarts en wijkverpleging op papier waren gezet, bleken niet rechtsgeldig voor de ambulancebroeders die kwamen toen de oudere dame door benauwdheid niet meer in staat was om te praten.

Verlanglijstje

Hoe kunnen we de problemen waar Janneke en haar collega’s tegenaan lopen oplossen? “Ga uit van de cliënt”, is haar advies, “en zorg voor een systeem waar alle zorg- en hulpverleners, de cliënt en de mantelzorgers aan mee kunnen doen, dat beschikbaar is op ieder device, dat veilig is, een interactief overzicht geeft, geen extra akkoord vereist, waarin berichten en foto’s kunnen worden gedeeld, waarbij je als zorgverlener makkelijk kunt switchen tussen systemen en per cliënt duidelijk is wie de regievoerder, de kapitein op het schip is.”

Herkenbaar

“Dat wil ik ook”, reageerde Myrna Knol. Als verloskundige begeleidt zij mensen in een hele andere, maar even kwetsbare levensfase. De problemen door gebrekkige informatieoverdracht zijn bijna identiek. “Ik volg de zwangere, doe onderzoeken, maak echo’s en noteer mijn bevindingen in het dossier. Dat geef ik op papier mee aan de zwangere, zodat zij dit met de huisarts, de gynaecoloog of andere betrokken zorgverleners kan delen. Maar papier vergeet je wel eens, en de informatie moet worden overgetikt in het eigen zorgsysteem. Het gevolg is dat de zwangere haar verhaal opnieuw moet doen en onderzoeken worden overgedaan.”

Investeren in ICT geboortezorg

BabyConnect, het VIPP-programma in de geboortezorg dat communicatie tussen zorgverleners mogelijk moet maken, biedt een mooi vergezicht. Maar voor verloskundigen als Myrna is het nog niet het ei van Columbus. “Je moet een eigen softwarepakket hebben dat daarop kan aansluiten. Er is net voldoende geld om de systemen waar we nu mee werken te onderhouden. Investeringen voor innovaties moeten van onszelf komen en die financiële ruimte hebben we niet.” Dorine Veldhuyzen, directeur van CareCodex en verantwoordelijk voor BabyConnect, onderschrijft dit. “We moeten vaststellen wat verloskundigen nodig hebben en op landelijk niveau in gesprek met de leveranciers. Het is een complex vraagstuk met juridische, financiële, technische en organisatorische uitdagingen. Er is geen hapklare oplossing.” Wat zou helpen is het opnemen van een structurele vergoeding voor ICT in de tarieven voor verloskundige zorg, een keurmerk voor softwarepakketten en het vergroten van de kennis over software onder verloskundigen, aldus Myrna Knol.

Versnellen

Maar het invullen van de lijstjes van Janneke Verhees en Myrna Knol vraagt tijd. En ondertussen blijven zorgverleners in de zorg- en ondersteuning van zo’n 700.000 thuiswonende kwetsbare ouderen tegen grenzen aanlopen. En moeten zwangeren keer op keer opnieuw hun verhaal doen en onderzoeken ondergaan. “Dit vraagt om interoperabiliteit”, concludeerde Quintus Bosman van Nictiz. Zorg- en hulpverleners moeten elkaar bereiken en begrijpen. Het gaat niet alleen om techniek, zorgverleners, beleidsmakers, zorginkopers, en ICT-leveranciers moeten het ook met elkaar eens worden. Welke gegevens wisselen we uit? Welke taal spreken we?” De Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO) waar MedMij standaarden voor ontwikkeld, biedt geen snelle oplossing, stelde Margo Brands van de Patiëntenfederatie resoluut. “Het leveren van goede zorg moet niet afhankelijk zijn van het PGO. Dat zorgt ervoor dat patiënten over hun medische gegevens kunnen beschikken en regie kunnen voeren. De uitwisseling van informatie tussen professionals staat daar los van.”

Verkenner

Hoe dan wel? “Stuur per direct de verkenner op pad die al door VWS is toegezegd. Laat die vanuit de zorgbehoefte van de kwetsbare oudere thuis bekijken welke informatie welke zorg- of hulpverlener op welk moment nodig heeft”, aldus Arthur Eyck van InEen. “Als dat in beeld is, kunnen we vaststellen wat er hoe en door wie moet worden vastgelegd en gedeeld om de juiste zorg op de juiste plek te bieden. Vervolgens kan dat technisch worden ingericht.” Vertrekpunt daarvoor is de handreiking Kwetsbare ouderen thuis , die in het voorjaar van 2019 door 13 partijen uit medische, sociale en zorgdomein is gepubliceerd.

De slotboodschap van Janneke Verhees en Myrna Knol aan politiek, overheid, zorgverzekeraars en landelijke organisaties was kort en duidelijk: “Ga na waar je zelf invloed op hebt en regel het!”


De EerstelijnsPartners is een samenwerking van InEen, LHV, NHG, KNOV, V&VN, Actiz, KNMP, KNMT en KNGF.

Bekijk ook

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang updates en nieuws over de eerstelijnszorg.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.