Durf de ander te vertrouwen en zekerheden los te laten. Dat adviseert Geert Philipsen bij zijn afscheid van Huisartsen Utrecht Stad (HUS) aan zorgverzekeraars. “Ik hoop dat de nieuwe minister van VWS richting zorgverzekeraars gaat sturen op minder denken vanuit controle en meer vanuit co-creatie.”

Hij begon in de gezondheidszorg als GGZ-verpleegkundige bij een tweedelijnsinstelling en sluit af als algemeen directeur van de regionale eerstelijnsorganisatie Huisartsen Utrecht Stad. Trots en tevreden trekt Geert Philipsen er eind deze maand de deur achter zich dicht. “Ik heb 46 jaar lang onderdeel mogen zijn van een van de beste zorgstelsels ter wereld. Zo toegankelijk als in Nederland is de zorg vrijwel nergens.”

Rust en evenwicht

Philipsen beseft dat verandering nodig is om die toegankelijkheid vast te houden in de toekomst. Denk alleen al aan de personeelstekorten in de zorg, die schreeuwen om nieuwe initiatieven. Hij maakt zich zorgen dat de nieuwe samenstelling van de Tweede Kamer verbetering in de weg kan zitten. “Discussies in de maatschappij en politiek zijn te veel gebaseerd op onvrede. Stel, Nederland krijgt een kabinet dat zich losweekt van Europa. Dat raakt uiteindelijk de economie en de samenleving, waarvan onze zorg een onderdeel is. We zijn juist gebaat bij rust en evenwicht, want op dat fundament kun je werken aan verbeteringen.”

“De zorg is gebaat bij een rustige en evenwichtige samenleving”

Forse groei

Bijna vijf jaar was Philipsen bestuurder bij HUS. Bij zijn aantreden telde de coöperatie ongeveer 2 fte, nu is er een personeelsbestand van circa 30 koppen: van ICT’ers tot projectmedewerkers en van HR-collega’s tot specialisten op het vlak van ketenzorg.

“We hebben twee belangrijke zaken voor elkaar gekregen. Ten eerste dat huisartsen HUS gingen vertrouwen en taken uit handen durfden te geven. Ze weten nu: HUS is er daadwerkelijk voor ons, het is handig en efficiënt om het besturen en ondersteunende taken te beleggen bij andere deskundigen. Ik zeg vaak: een regionale huisartsenorganisatie is noodzakelijk om de professional meer professional te laten zijn en vakinhoudelijk volop tot zijn recht te laten komen.”

“Een regionale huisartsenorganisatie is noodzakelijk om de professional meer professional te kunnen laten zijn”

Andere bril

De tweede belangrijke prestatie is dat huisartsen minder monodisciplinair zijn gaan denken, vervolgt Philipsen. “Ook zelf heb ik geleerd door een andere bril te kijken. Zeker tijdens Covid-19 begon ik verder te kijken dan de huisartsenpraktijk. Zorg bied je met elkaar in de wijk, vaak zelfs in de volledige stad. Dat is complex en vergt samenwerking en afstemming, het liefst zoveel mogelijk op basis van gelijkwaardigheid. Zo creëer je meerwaarde. Gelukkig hadden we hier al een goede infrastructuur op wijkniveau: huisartsen, apothekers en fysiotherapeuten overlegden daar met elkaar. Daarop hebben we voortgebouwd; zaken die goed gaan tillen we op naar de hele stad.”

Nieuwe organisatiestructuur

Het vertrouwen van de huisartsen in HUS en de bredere blik van de coöperatie mondden twee jaar geleden uit in een nieuwe organisatiestructuur. Philipsen: “We hebben een coöperatie waarin de huisartsen zeggenschap hebben. De coöperatie is aandeelhouder van de HUS-holding. Die holding is contractant voor te leveren zorg en ondersteunt de zorgverleners. Onder de holding hangen twee bv’s: de huisartsenspoedpost en Sterkzorg, de eerstelijnsorganisatie van Utrecht Stad waarbinnen huisartsen, apothekers en fysiotherapeuten nauw samenwerken. Sterkzorg overlegt ook met de gemeente, andere zorgorganisaties en zorgverzekeraars.”

Co-creatie

Over verzekeraars gesproken: Philipsen vraagt zich vaak af of zij de waarde van multidisciplinair en wijkgericht werken erkennen. “Bij de belangrijkste verzekeraar in onze regio – Zilveren Kruis – ben ik daar helaas nog niet van overtuigd. Bestuurders en beleidsmakers van de verzekeraar zeggen me dat ze deze manier van werken belangrijk vinden, maar hun inkopers handelen daar niet naar.” Philipsen hoopt dan ook dat een nieuw kabinet verzekeraars stimuleert zorgverleners minder te benaderen vanuit controle en samen met zorgorganisaties over te gaan tot co-creatie. “Laat ons samen bespreken wat nodig is in een wijk en dan tot oplossingen komen. Hopelijk volgen zorgverzekeraars het voorbeeld van de huisartsen die HUS zijn gaan vertrouwen en zaken hebben losgelaten.”

Geert Philipsen – Huisartsen Utrecht Stad (HUS)