Door het coronavirus was 2020 een ander jaar dan alle andere. Ook de jaarwisseling zag er anders uit. Om de medewerkers in de zorg, hulpverlening, politie en BOA’s te ontlasten, was het afsteken van vuurwerk deze jaarwisseling verboden. Waren er met de vorige jaarwisseling nog 1.300 vuurwerkslachtoffers, deze jaarwisseling zijn bijna 400 patiënten behandeld voor vuurwerkletsel op de Spoedeisende Hulp-afdelingen en huisartsenposten.
Het totaal aantal slachtoffers is hiermee 70 procent gedaald ten opzichte van de vorige jaarwisseling (108 ten opzichte van 385 patiënten op de Spoedeisende Hulp en 275 ten opzichte van 900 patiënten bij de huisartsenposten). Dit blijkt uit onderzoek van VeiligheidNL in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen, InEen (vereniging van organisaties voor eerstelijnszorg) en de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie. De gegevens zijn gebaseerd op onderzoek bij alle Spoedeisende Hulp-afdelingen in Nederland en ruim drie kwart van alle huisartsenposten op 31 december 2020 en 1 januari 2021.
Birgitte Blatter, Manager Onderzoek bij VeiligheidNL: “We zijn blij te zien dat het vuurwerkverbod heeft geleid tot een forse daling van het aantal vuurwerkslachtoffers. Daarnaast blijkt dat het verbod gelukkig geen verschuiving naar het afsteken van zwaar illegaal vuurwerk heeft veroorzaakt. Toch vinden we het aantal van 400 vuurwerkgewonden dat op de Spoedeisende Hulp of huisartsenpost terecht is gekomen nog best hoog, gezien het vuurwerkverbod.”
Vuurwerkslachtoffers relatief jong
Opvallend is dat bijna twee derde van de slachtoffers jonger was dan 20 jaar (63%); bij de voorgaande jaarwisseling was dit aandeel lager (49%). Evenals eerdere jaren raakten veel meer jongens en mannen (82%) gewond dan meisjes en vrouwen.
Minder slachtoffers door zwaar illegaal vuurwerk en carbid
De daling van het aantal vuurwerkslachtoffers gold voor alle typen vuurwerk, ook voor zwaar illegaal vuurwerk (waaronder nitraten en cobra’s) en carbid schieten. Van de verwondingen die we zagen ontstond de meerderheid door knalvuurwerk. Het aandeel gewonde omstanders (44%) was lager dan vorig jaar (51%).
Vooral brandwonden, minder oogletsels
Patiënten werden voornamelijk behandeld aan brandwonden (41%), vooral aan handen of vingers. Het aandeel oogletsels was dit jaar met 14 procent relatief laag, vorig jaar was dit 27 procent. Ook open wonden (7%) en botbreuken (5%) moesten worden behandeld, voornamelijk op de SEH-afdeling, en zoals elk jaar waren er enkele amputaties te betreuren.
Over het onderzoek
Voor het verzamelen van gegevens over vuurwerkongevallen rond de jaarwisseling werkt VeiligheidNL samen met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen, InEen en de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie. Het totaal aantal vuurwerkslachtoffers is vastgesteld op basis van registratie op alle SEH-afdelingen en bij ruim drie kwart van de huisartsenposten in Nederland. Van de 86 ziekenhuizen leverden er 59 daarnaast uitgebreide toedrachtinformatie van de vuurwerkletsels. Ook 45 huisartsenposten leverden uitgebreide toedrachtinformatie aan.