In de regio Helmond-De Peel hebben huisartsen, ziekenhuis, VVT-organisaties, GGZ, GGD en zorgverzekeraars de handen ineengeslagen. Samen willen ze de spoedzorg klaarstomen voor de toekomst. Het Spoedplein bij het Helmondse Elkerliek ziekenhuis is een paradepaardje van deze samenwerking.
Patiënten die geen spoedzorg nodig hebben en toch op de HAP of SEH terechtkomen. Onnodige spoedritten van ambulances. Onvoldoende afstemming tussen de nulde, eerste en tweede lijn. Een tekort aan triagisten en huisartsen, waardoor ook ANW-diensten steeds lastiger kunnen worden ingevuld. En een toenemende vergrijzing en daarmee stijgende vraag naar (spoed)zorg. Het is een greep uit de knelpunten waarmee de regio Helmond-De Peel te maken had en/of heeft.
Ketenpartijen sloegen vier jaar geleden de handen ineen om hier iets aan te doen. Resultaat is onder andere een multidisciplinair callcenter voor triage en zorgcoördinatie (de Spoedlijn). Maar ook een preventieproject om te voorkomen dat kwetsbare ouderen onnodig in de spoedzorg terechtkomen. En, last but not least, het Spoedplein bij het Elkerliek ziekenhuis.
Laagdrempelig schakelen
Na triage door de Spoedlijn, melden patiënten zich bij de frontoffice van het Spoedplein. Daar bepalen medewerkers wie de patiënt het beste kan helpen. “De patiënt komt hierdoor meteen terecht bij de juiste zorgverlener”, vertelt directeur Harrie Geboers van Huisartsenspoedposten Oost-Brabant. “Zorgprofessionals kunnen op deze manier efficiënter werken. Dit betekent dat er op termijn minder zorgprofessionals nodig zijn op het Spoedplein. En dus ook dat huisartsen minder ANW-diensten hoeven te draaien. Voor de zorgverzekeraars zit de winst er onder andere in dat er minder onnodige doorverwijzingen gebeuren naar de tweede lijn.”
De integratie gaat verder dan de gezamenlijke frontoffice. Patiënten nemen op het Spoedplein bijvoorbeeld ook plaats in één wachtruimte. Zorgverleners van de HAP en SEH hebben een gezamenlijke koffiekamer. Er is bovendien één opslag voor medicatie. Verpleegkundig specialisten ondersteunen en ontlasten de huisartsen en SEH-artsen. Huisartsen kunnen bovendien laagdrempelig schakelen met een SEH-arts of andere specialist voor ruggenspraak. Kleinere traumata kunnen op het Spoedplein direct worden gediagnosticeerd (inclusief radiologie) en behandeld.
Minder integraal
Op het eerste gezicht lijkt het Spoedplein een regionale vertaling van de integrale spoedposten uit de houtskoolschets Acute Zorg. Een belangrijk verschil is volgens Geboers dat het Spoedplein minder integraal is dan de Houtskoolschets voorstelt. “Wij laten de eerstelijnszorg nadrukkelijk bij de eerste lijn en de tweedelijnszorg bij de tweede lijn. We willen daarmee voorkomen dat de huisarts op drukke momenten ook tweedelijnszorg moet verlenen. Hiervoor is de huisarts niet opgeleid. Met een gezamenlijke frontoffice en soepele overdracht zorgen we er tegelijkertijd voor dat patiënten vlot en goed geholpen worden.”
Gedeeld beeld
Wat zijn randvoorwaarden en succesfactoren om tot een Spoedplein zoals in Helmond te komen? Geboers hamert erop dat de samenwerkingspartners vooraf een gedeeld beeld moeten hebben van hoe zo’n Spoedplein eruit komt te zien. ”Wij zitten al sinds 2017 met elkaar om tafel om de spoedzorgketen beter in te richten. Met de kennis van nu hebben we vooraf te weinig aandacht gehad voor een vraag als ‘Hoe verloopt de patiëntreis op het Spoedplein?’. Dit hebben we in de praktijk moeten uitvogelen, met alle vertraging van dien.” Verder is het volgens hem belangrijk om alle partijen vanaf het begin te betrekken. “Het werkt niet als ‘hoofdrolspelers’ HAP en SEH op eigen houtje de koers gaan bepalen, zonder GGZ, VVT-organisaties en zorgverzekeraars.”
Een goede organisatie van de betrokken partijen is een andere randvoorwaarde. “Die zit bij ons onder meer in het gezamenlijke Bestuurlijke overleg Toekomstbestendige spoedzorg. Maar ook in een goed functionerende regionale huisartsenorganisatie. Die heeft een stuurgroep spoedzorg ingericht. De stuurgroep overlegt met de achterban en beslist vervolgens met mandaat mee in het Bestuurlijke overleg. Zo houden we de vaart erin en voorkomen we dat er steeds discussies ontstaan over dezelfde onderwerpen.”
Blijven verbeteren
De definitieve oplevering van het Spoedplein staat gepland voor het eerste kwartaal van 2022. “Daarna willen we meteen een nulmeting houden onder medewerkers en patiënten”, zegt Geboers. “Zij bepalen uiteindelijk of het Spoedplein een succes is. Met regelmatige tevredenheidsonderzoeken willen we het Spoedplein blijven verbeteren.” Op langere termijn ziet Geboers een Spoedplein voor zich dat niet alleen buiten praktijkuren, maar 24/7 spoedzorg levert.
Elders in Oost-Brabant wordt ondertussen gestaag gewerkt aan eigen Spoedpleinen. “In de regio’s Den Bosch en Eindhoven zijn we een eind op schot met de randvoorwaarden. In de regio Oss-Uden is er sinds 2013 al een stevige samenwerking tussen HAP en SEH. Die gaan we doorontwikkelen tot een Spoedplein.”