Wat is essentieel of zelfs onmisbaar voor het organiseren van goede eerstelijnszorg? Een bestuurder ‘uit het veld’ vertelt. In deze editie: Corné van Asten, directeur van regionale huisartsenorganisatie Huisarts en Zorg (regio Gorinchem).

“Vanaf 2020 hebben we met zorgverzekeraar VGZ een vierjarig experiment rondom Meer Tijd voor de Patiënt (MTVP) uitgevoerd. Dit is goed bevallen en nu wordt deze werkwijze een vast onderdeel in de nieuwe meerjarenafspraken. Voor de huisartsen was het belangrijk dat zij financiële ruimte voelden om dingen anders te doen. Aanvankelijk was normatieve personeelsuitbreiding een voorwaarde. Dat bleek niet altijd mogelijk omdat personeel niet te vinden was of een praktijk onvoldoende fysieke ruimte had. Daarnaast dien je te voorkomen dat met extra formatie niet alleen meer spreekuurtijd wordt ingezet; meer aanbod genereert meer vraag. Daarom is een mix met andere elementen van MTVP essentieel, zoals anders werken, taakherschikking, vermindering van administratieve lasten en samenwerken met het lokale netwerk.

Een paar keer per jaar houden we regionale Spiegel-bijeenkomsten waarin huisartsen goede voorbeelden met elkaar delen, bijvoorbeeld over het inrichten van het spreekuur. Ook spiegelen ze onderling met elkaar. Welke patiënten worden doorverwezen naar de tweede lijn en hoe gaat dat? Hebben deze mensen ook andere hulpvragen? Die reflectie laat zien dat bij MTVP de verbinding met het sociaal domein noodzakelijk is. Je moet met de hulpvraag van de patiënt wel ergens terechtkunnen.

MTVP werkt alleen als een praktijk écht gemotiveerd is om te veranderen. Een financiële prikkel alleen is niet voldoende. En maatwerk is cruciaal: per praktijk kijken waar behoeften liggen en welke stappen je kunt zetten. Daarnaast zie ik veel kansen in het verminderen van administratieve lasten. Geef huisartsen op basis van vertrouwen een budget waarmee ze zelf keuzes kunnen maken. Daar zou ik graag een nieuw experiment mee uitvoeren.”

Corné van Asten