Gezondheidscentra mogen trots zijn op wat ze bereikt hebben. Hun voortrekkersrol in de eerste lijn komt goed naar voren in het onderzoek ‘De Kroonjuwelen van de Gezondheidscentra’. De hele huisartsenzorg kan hiervan profiteren door in te zetten op multidisciplinaire samenwerking, aanspreekbare organisaties en een innoverende kwaliteitscultuur.
Dat is de overtuiging van Francine Francke, directeur van Stichting Gezondheidscentra Amsterdam Zuidoost & Diemen (GAZO) en voormalig bestuurslid van de inmiddels opgeheven Stichting Sociaal Fonds Gezondheidscentra (SSFG). Het onderzoek naar 50 jaar gezondheidscentra, uitgevoerd door het Jan van Es Instituut, vormde het sluitstuk van het werk van de SSFG. “Het onderzoek geeft mooi weer wat gezondheidscentra tot nu toe hebben betekend en kunnen blijven betekenen. De centra hadden dit best meer mogen uitdragen. Ze zijn te bescheiden geweest.”
Als ze naar de dagelijkse praktijk kijkt, ziet Francke dat bij GAZO drie ‘kroonjuwelen’ de boventoon voeren.
Multidisciplinair samenwerken
Om te beginnen is dat multidisciplinaire samenwerking. “Alles onder één dak, wat ruimte biedt aan formele en informele contacten tussen verschillende disciplines. Zo ontstaat hele goede zorg rondom de patiënt. Voor veel huisartsen is dat een belangrijke reden om in loondienst bij ons te willen werken.”
Aanspreekbare organisatie
Ook heel belangrijk is het om een aanspreekbare organisatie te zijn. “Dat helpt enorm. Stakeholders vinden het fijn om te weten dat ze GAZO kunnen bellen. Vanuit een overkoepelende visie voor goede eerstelijnszorg denken we mee met bijvoorbeeld de gemeente en organisaties in de wijk. Ook maken we afspraken. Het is goed om te zien dat die aanpak op steeds meer plekken ontwikkeld wordt. Kleine zelfstandige huisartspraktijken hebben daar geen tijd en energie voor.”
Innoverende kwaliteitscultuur
Een innoverende kwaliteitscultuur, ook een kroonjuweel, krijgt volgens Francke meer kans in een gezondheidscentrum. “Doordat de huisartsen in loondienst zijn, is er geen gedoe over inkomsten. Bovendien worden zij ontzorgd op het gebied van bedrijfsvoering. Hierdoor ontstaat ruimte voor projecten. Niet voor niets doen gezondheidscentra relatief meer met innovatie.”
Versterking eerste lijn nodig
De uitdaging voor gezondheidscentra is om hun kroonjuwelen te blijven vernieuwen, aldus de GAZO-directeur. Tegelijkertijd roept ze organisaties en professionals in de huisartsenzorg op om de inhoudelijk sterke punten van gezondheidscentra toe te passen. “Ze zijn nog steeds actueel en blijven relevant voor de zorg van morgen. De antwoorden op allerlei ontwikkelingen in de samenleving liggen in een versterkte eerstelijnszorg.”
Francke gelooft in de O&I-structuur, die uitgaat van meer samenwerking tussen huisartsen via één aanspreekbare organisatie. “Met een overstijgende visie en overtuiging op wat je wilt bereiken. En ja, dan levert de huisarts soms wat autonomie in, maar samen sta je veel sterker.”
Bekostiging loondienstgezondheidscentra
Het besluit van zorgverzekeraar Zilveren Kruis om de continuïteit van loondienstgezondheidscentra te waarborgen via aanvullende, geoormerkte bekostiging, geeft de centra een stuk financiële zekerheid. Ook betekent het een erkenning voor de gezondheidscentra. Francke plaatst er wel een kanttekening bij. “Dit geldt alleen voor bestaande stichtingen en is niet bedoeld voor nieuwe organisaties. Het is dus niet echt een visie op de toekomst.”
In die toekomst kunnen de kroonjuwelen van gezondheidscentra ook vorm krijgen binnen andere samenwerkingsstructuren, vindt ze. “Het hoeft niet per se via een stichting of met huisartsen in loondienst. Onder één dak werken met een gezamenlijke visie op zorg in de wijk, geeft al veel meerwaarde.”
Goed voor huisarts en patiënt
Ze breekt wel een lans voor het loondienstverband. “Veel huisartsen vinden het praktijkhouderschap superzwaar. Loondienst kan hier een goed antwoord op zijn. Je behoudt nog steeds zeggenschap over je eigen praktijk, maar maakt op meer fronten deel uit van een groter geheel. Het is ook goed voor de patiënt, want een vaste huisarts neemt langere tijd de verantwoordelijkheid voor praktijk en populatie. Overigens zie ik ook een goede oplossing in georganiseerde verbanden die de bedrijfsvoering overnemen van praktijkhouders.”
Zeker kwetsbare wijken varen daar wel bij, vult ze aan. “Daar worden veel zelfstandige huisartsen overvraagd, terwijl je juist daar moet samenwerken met sociaal domein, wijkverpleging, GGZ en ouderenzorg. Bij ons zie ik dat de huisartsen, ook in die wijken, meer ruimte hebben omdat ze zich beter ondersteund voelen.”