Ga naar nieuwsoverzicht 4 december 2025

Oordeel schijnzelfstandigheid zzp-huisarts op spoedpost zet continuïteit onder druk

Eind november hebben de ministeries SZW, VWS en Financiën/Belastingdienst laten weten dat zij slechts twee van de door de LHV ingediende casussen over het werken als zzp-huisarts zien als toelaatbaar. De overige vier casussen worden vermoedelijk gezien als schijnzelfstandigheid. Dit heeft een grote invloed op de wijze waarop huisartsen werken op de huisartsenspoedpost (HAP).

Drie van de ingediende casussen raken de inzet van huisartsen op de huisartsenspoedpost. Een daarvan, de inzet van de praktijkhouder op de HAP, beoordelen de ministeries als ‘buiten dienstbetrekking’. Dit wil zeggen dat er vermoedelijk geen sprake is van schijnzelfstandigheid bij de inzet van praktijkhouders op de HAP.

Bij de inzet van VIP-waarnemers en losse waarnemers op de HAP, is vermoedelijk wel sprake van schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat opdrachtgevers, de huisartsendienstenstructuren (HDS’en) die de huisartsenspoedposten beheren, bij een controle van de Belastingdienst risico lopen op hoge naheffingen en boetes.

Gevolgen voor huisartsenspoedposten

Ongeveer de helft van de diensten in avond, nacht en weekend (ANW) op een huisartsenspoedpost wordt verricht door (VIP-)waarnemend huisartsen. Het oordeel van de ministeries betekent dat huisartsenspoedposten grote financiële risico’s lopen bij een controle van de Belastingdienst. Dit kan ertoe leiden dat de continuïteit van zorg op de huisartsenspoedposten onder druk komt te staan.

We kunnen ons niet vinden in de onderbouwing en motivering van de ministeries en steunen de LHV in mogelijke (juridische) vervolgacties. Ook onderstrepen we bij de politiek het belang van het behoud van een flexibele schil en de inzet van waarnemers op de HAP. Tegelijkertijd zijn we wegens de grote financiële consequenties die mogelijke controles van de Belastingdienst kunnen hebben, genoodzaakt om naar alternatieven te kijken. 

Verkenning alternatieven

InEen verkent samen met de bij de vereniging aangesloten huisartsenspoedposten de mogelijke alternatieven. We kijken naar juridische, organisatorische en financiële consequenties, en uiteraard ook naar de gevolgen voor de huisartsen. Veel huisartsenspoedposten zijn in gesprek met de bij hen aangesloten huisartsen over de ontstane situatie en mogelijke oplossingsrichtingen. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de ontwikkelingen in de dagpraktijken. Een van de varianten is een loondienstverband voor huisartsen op de HAP, omdat dit in ieder geval in lijn is met wetgeving. Daarnaast onderzoeken we (regionale) constructen waarbij het wellicht wel mogelijk blijft om met waarnemend huisartsen te werken, en diverse uitzend- en detacheringsconstructies.

Vervolg en tijdpad

Het inrichten van een landelijke oplossingsrichting vraagt ongeacht de keuze veel voorbereidingstijd en financiële middelen. Aangezien de dienstroosters voor 2026 klaar zijn, richten wij ons op invoering van een nieuwe werkwijze per 2027.

De komende periode vervolgen InEen en de huisartsenspoedposten de verkenning van alternatieven. In het voorjaar van 2026 nemen we een besluit over de te volgen richting. Hierin trekken we intensief op met de LHV, Zorgverzekeraars Nederland en de betrokken ministeries.

Bekijk ook