Ga naar nieuwsoverzicht 17 december 2025

Geen akkoord over nieuwe Cao Huisartsen in loondienst

De Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD), de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en InEen zijn al geruime tijd met elkaar in gesprek over een nieuwe Cao Huisartsen in loondienst. Helaas is het nog niet gelukt om tot een akkoord te komen. Hoewel er overeenstemming is over een aantal inhoudelijke punten, bestaat er een groot verschil van mening over de beschikbare financiële ruimte voor afspraken met een directe geldwaarde. De LAD heeft een voorstel voor een kortlopende cao met een beperkt aantal afspraken afgewezen. LHV en InEen betreuren deze keuze, omdat de LAD hiermee huisartsen in loondienst hun periodieke loonsverhoging onthoudt en inhoudelijke gesprekken over de cao vertraging oplopen.

Eisen LAD

Alle partijen erkennen het belang van het binden en behouden van zowel de praktijkhouders in loondienst (PD) als de huisarts in dienstverband (HD). We zijn het eens dat het beheersbaar houden van de werkdruk en het bieden van een adequate beloning hierbij cruciale aspecten zijn. Een belangrijk discussiepunt in de onderhandeling is de beloning van de PD. De LAD stelt voor om structureel meer treden in de salaristabel voor de PD op te nemen. Dit zou in de eerste helft van 2026 moeten starten. Dit voorstel omvat een looneis van 3% per trede, met in de toekomst in totaal vier treden. Dit betekent dat er in totaal 12% bovenop de reguliere looneis voor de HD en de PD zou moeten komen.

De LAD vroeg daarnaast een generieke loonsverhoging van 2% per oktober 2025 en 4% in april 2026 voor een cao met een looptijd van 9 maanden, en verhoging van het waarneembudget van de PD.

Reactie LHV en InEen

De looneis van de LAD past niet binnen de beschikbare OVA-ruimte*. Als werkgeverspartijen zien we mede daarom op dit moment geen ruimte voor deze looneis. We hebben meer tijd nodig om tot afspraken te komen over het vergroten van het beloningsverschil tussen de HD en de PD. We willen namelijk de uitkomsten van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) en de vertaling daarvan door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) afwachten, omdat deze direct verband houden met de arbeidscomponent van de praktijkhouder.

Tegelijkertijd vinden LHV en InEen dat huisartsen in loondienst hun periodieke loonsverhoging niet onthouden mag worden. Daarom hebben we namens werkgevers een aanbod gedaan voor een kortlopende cao van 9 maanden (tot 1 juli 2026). Het aanbod omvatte:

  1. een verhoging van de eindejaarsuitkering met 1% vanaf 2025;
  2. een structurele loonsverhoging van 3% per 1 februari 2026;
  3. de afspraak dat in de eerstvolgende cao (vanaf 1 juli 2026) in principe een trede wordt toegevoegd aan de salarisschaal van de PD. Financiering hiervoor moet gevonden worden in de uitkomsten van de herberekening van de normatieve arbeidscomponent in het NZa-traject. Mocht het NZa-traject onverhoopt onvoldoende ruimte bieden, dan zullen partijen bekijken of hiervoor (een deel van) de OVA-ruimte kan worden aangewend. De ingangsdatum is onderwerp van gesprek.

Deze kortlopende cao zou ruimte bieden voor verdere inhoudelijke gesprekken, onder andere over de gevolgen van recente ontwikkelingen rondom het werken als zzp’er door huisartsen. Uiterlijk in mei zouden LAD, LHV en InEen het overleg over de op geld waardeerbare elementen, waaronder het beloningsverschil tussen PD en HD, kunnen hervatten. Dan zijn ook de definitieve OVA 2026 én het besluit van de NZa naar aanleiding van de CBb-uitspraak bekend en kunnen we bekijken welke ruimte er is voor verbetering van de beloning van de PD.

De LAD heeft dit voorstel helaas afgewezen. Dit betekent dat er op korte termijn geen nieuwe Cao Huisartsen in loondienst komt, en dus ook geen financiële afspraken. LHV en InEen betreuren het besluit van de LAD, temeer omdat we het gesprek over aanpassingen in de cao in verband met de Wet DBA nu mogelijk onvoldoende kunnen voeren. Als werkgeverspartijen gaan we door met de voorbereidingen en we hopen dat de LAD begin 2026 bereid is hierover in gesprek te gaan.

* De Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA) is bedoeld om een marktconforme arbeidsvoorwaardenontwikkeling mogelijk te maken in de zorg.

Bekijk ook